In het midden van het dorpje van mijn oma in Baskenland is er een kerkplein. Op het kerkplein, precies in het midden, staat een fontein. Naast het fontein is er een terrasje. Het terrasje behoort tot het café aan de overkant: Gargantua taberna.
Het dorpje van mijn oma telt niet meer dan duizend inwoners, maar op de witte stoeltjes van het plein naast het fontein zitten mensen uit alle hoeken van de wereld. Vandaag zit ik niet in de Coffee Company in Amsterdam, maar op een van de witte stoeltjes van de Gargantua Taberna omdat mijn oma eergisteren overleden is.
Rond me heen zitten Nederlanders, Duitsers, Amerikanen, Brazilianen en een Japanner.
‘Today I walked more than 20 km, I think‘ zegt een van de Amerikanen tegen de mevrouw tegenover hem voordat ze het cijfer in haar dagboek schrijft. De Japanner schrijft ook in een dagboek. En de Braziliaan ook. Ze schrijven in verschillende talen, hetzelfde aantal kilometers. Ze dragen slippers en hun voeten hebben blaren. Ze kijken rond.
Ze zien mijn buurman die op een van de banken voor de kerk zit. Hij zit iets uit te leggen aan een blonde jongen met een rugzak. Hij wijst met zijn stok naar de namen die gegraveerd staan in de steen in de portiek. Ik hoor hem het woord ´oorlog´ uitspreken.
In de dagboeken van deze mensen zal nu ook mijn buurman staan. Als een personage, als de vriendelijke ´local´ op weg naar Santiago. Ze schrijven in hun dagboek vast ook over mijn vader die straks komt aanfietsen met achterop een bosje prei en wat pompoenen. Misschien schrijven ze ook iets over mijn moeder die bij de slagerij hardop staat te praten met de slager en zijn vrouw.
En vanavond om 7 uur, als de doodsklok begint te luiden, als onze familie langzaam achter de doodkist van mijn oma loopt, van haar huis naar de deur van de kerk, precies voor de witte stoeltjes van de Gargantua Taberna, haar kleinkinderen langzaam met drie bloemenkronen in de handen, schrijven ze misschien ook over mij, terwijl ik langzaam loop, met een zwarte zonnebril, rood lipstift, en mijn dochtertje, mijn oma’s eerste achterkleinkind, in een rugzak achterop.