• Skip to primary navigation
  • Skip to content

Kristina G. Langarika

Kristina Goikoetxea Langarika

  • Over mij
  • Blog
  • Publicaties
  • Tiny Letter
  • Contact

borstvoeding

Peuter aan de borst

Peuter aan de borst

July 2, 2014 By kristina Leave a Comment

Ik heb een peuter aan de borst.

Mijn peuter kijkt naar mij terwijl ze van me zuigt. Haar ogen kijken direct in mijn ogen. Het is dezelfde blik als toen ze uit mij geboren werd. Ze onderzocht mijn gezicht toen al vanaf dezelfde hoek. Het leek alsof ze stapje voor stapje mijn gezicht probeerde te begrijpen. Okay, dit is het gezicht van mijn moeder. Met deze vrouw zal ik voortaan 24 uur zeven dagen in de week te maken hebben.

Nu is het twee jaar later. Ik zit op dezelfde rode schommelstoel. Alleen zijn er nu wat groene viltstiftstreepjes op de stoffering gekomen en mijn oogwallen zijn wat opgeknapt. Dezelfde melodie van John Coltrane speelt door. De stoel schommelt op hetzelfde ritme. Als een boot die zich steeds verder in de zee van het leven durf te begeven. Met mijn borst help ik haar het stoten van de golven beter te ondergaan. En buiten zingen de vogels door.

We gaan onze derde zomer samen tegemoet. En nog steeds zijn er deze momenten van rust bij ons thuis, bij de dageraad en bij de schemering. Met of zonder Coltrane, met of zonder vogels, stopt alles even rondom ons, we kijken minuten lang naar elkaar en ik voed haar met mijn eigen witte gouden melk die ik blijf produceren dankzij het toverende effect van deze fee.

Soms, voordat ik ga douchen, kijkt ze naar mijn naakte borsten en vraagt of ze die even mag aanraken. Ik buk en ze raakt ze op een manier alsof ze de meest kostbare diamanten aan het aaien is. En dan moet ik denken aan de borsten van mijn moeder die nu al wat hangen en hoe ze mij ook jarenlang op zo´n manier het leven hebben geschonken. En aan de borsten van mijn oma die ook diamanten waren voor mijn moeder.

Ik zie mezelf weerspiegeld in de ogen van mijn peuter terwijl ze van mijn binnenste rivier drinkt, een rivier die al generaties vóór mij door mij doorvloeit. Ik houd haar vast en zoen haar op haar voorhoofd.

En dan zie ik zo´n item van Eenvandaag getiteld “Peuter aan de borst¨ en daarin komt een vrouw met moedermelkvlekken op haar ochtendjas zoals ik, en hetzelfde glimmen van voldaanheid in haar gezicht als ik, en dezelfde oogwallen als ik en ik denk: man, ik weet waarover deze vrouw praat.

Kort daarna verschijnt er een man in beeld die nooit in zijn leven borstvoeding heeft gegeven en die uit eigen ervaring niet kan weten waarover deze vrouw het heeft. En de man kijkt naar een youtube filmpje en zegt dat dit een mode is die uit Amerika komt, want daar houden ze van extremisme, en dit is een extreme vorm van ouderschap, een beetje te vergelijken met een soort sekte, een sekte van vrouwen die niet durven los te laten, voegt hij daaraan toe.

Dus, als ik morgen weer op een terrasje mijn peuter ga voeden, zullen de mensen vast denken dat ik van die sekte ben, van die extreme sekte wiens mode vanuit Amerika is komen aanwaaien, vast een moeder die niet durft los te laten.

En ze zullen mijn borsten helaas niet meer als twee diamanten kunnen zien, twee ruwe diamanten omgetoverd door mijn fee. Mijn peuter aan de borst.

Filed Under: column Tagged With: borstvoeding, kristina g. langarika, kristina goikoetxea langarika, moederschap

Luna

Luna

July 2, 2014 By kristina

Ik wil alle mijlpalen van het leven van Lou  meemaken.

Ik herinner me nog het moment toen ze zich voor het eerst bewust werd van de stoom. De stoom die uit het eten kwam dat ik me net had geserveerd. Ze keek geïntrigeerd naar de wolk rook die omhoog kwam uit mijn linzensoep. Volgens mij wel een minuut lang.

Toen dacht ik het dus. Ik wil alle mijlpalen van het leven van Lou meemaken.

Maar ja, als ik niet bij haar ben, dan mis ik dat. En zelfs als ik bij haar ben, maar de afwas doe, kan ik een belangrijke gebeurtenis in haar leven missen.

Gisteren heb ik iets belangrijks gemist. Lou kwam terug naar huis met haar oma. Ik wachtte thuis. Het was al donker op straat. Daarboven in de donkerte hing een mooie grote lichte bal. Lou wees hem aan: ‘Luna’ zei mijn moeder.

Toen ik de deur openmaakte, had Lou een grote glimlach op haar gezicht. Ze wees omhoog naar het plafond met haar vinger en zei: ‘Luna’.

Dan hebben we ons naar het raam gehaast want ze wilde me de maan laten zien.

Vandaag heb ik van haar geleerd dat de maan niet alleen daar hoog in de lucht onbereikbaar hangt. De maan is ook een van mijn witte ronde oorbellen van de H & M, maar ook de cirkels in de vleugels van het vliegtuig die opa van de week voor haar kocht.

Na het eten gingen we in bed liggen voor de siësta. Het gordijn was dicht, maar er was toch geen maan.

‘Luna, luna,’  zei Lou. Ik moet een keer zo´n maan aanschaffen die je aan het plafond kan plakken, dacht ik.

‘Luna, luna,’ bleef Lou herhalen. Er zou geen siësta komen zonder La Luna.

We zijn naar de PC gelopen, en hebben in Google afbeeldingen van La Luna gezocht.

Lou koos voor een grote mooie witte maan die scheen boven een soort eiland met een palmboom. Met mijn mobiel heb ik daarvan een foto gemaakt.

Terug in bed heb ik de foto van La Luna in de Carabische nacht in mijn mobiel te voorschijn gehaald en tussen mijn beha en mijn borsten vastgezet. Lou dronk van mij met haar ogen gefixeerd op mijn mobiel.

Ik hield De Maan vast.

Filed Under: column Tagged With: borstvoeding, kristina g. langarika, kristina goikoetxea langarika, moederschap

Slaap

Slaap

July 2, 2014 By kristina

Op weg naar huis was je gisteren bijna in slaap gevallen.

Om de hoek bij onze straat begon het heel hard te regenen. Jouw oogjes begonnen dicht te vallen. Jouw handjes begonnen naast je te hangen.

Ik rende hard. De parasol van de driewieler deed dienst als paraplu. Toch waren je handjes en je voetjes met de sandalen nat toen we bij onze voordeur kwamen.

In mijn armen heb ik je naar de vierde verdieping gedragen. Jouw hoofd op mijn linkerschouder. Dat vertrouwde gevoel dat ik al vijftien maanden met jouw deel.

Sandaaltjes uit. Liggen. Jouw linkerhand was heel koud tussen mijn borsten. Je zocht naar de warmte van mijn hart. Je begon van mijn rechterborst te zuigen. Dat geluid. Zo vertrouwd.

Jouw oogjes waren dicht. De kleur van je gezicht werd langzaam lichter. Precies zoals in jouw eerste maanden. Je was de weg ingeslagen naar je glorieuze plek van rust.

De druppels van de regen sloegen steeds harder tegen het raam van onze kamer. Daaronder werd de ritmiek van jouw zuigen langzamer. Nu dronk je al van mij. Grote slokken.

Ik keek naar de bovenste van de takken van de boom in de patio. De wind was hard. De takken waaiden in de lucht.

Jouw beentjes waren gebogen. Je lag zoals in mijn buik toen. Mijn rechterarm omringde je vanboven. Mijn benen omringden je van beneden.

Ik was een schelp. Jij de parel. Je at van mij. Ik werd door jou gevoed.

De regen bleef slagen tegen ons raam. De takken van de boom bleven zwaaien in de lucht.

Je sleepte me mee in je slaap.

Filed Under: column Tagged With: borstvoeding, kristina g. langarika, kristina goikoetxea langarika, moederschap

Mama was a rolling stone

Mama was a rolling stone

July 2, 2014 By kristina Leave a Comment

Het is mijn eerste keer buitenshuis zonder mijn dochter. Mijn eerste ochtend zonder haar.

Ik heb haar voor het eerst een paar uurtjes bij de oppas gelaten. Mijn laptop in mijn tas, mijn dagboek en een pen. Op weg naar een dichtbij gelegen café. Eentje dat ik gisteren heb gespot. Eentje waar niemand mij zou herkennen. Zo´n bruine café van de buurt, helemaal niet chique, helemaal niet trendy, waar alleen de bouwvakkers pauze komen houden. Eentje waar ik de twee volle twee uurtjes aan mijn schrijven kan wijden. Geen onderbrekende praatjes van bekenden uit de buurt.

Door het raam van het café zie ik bouwvakkers binnen. Ze zijn niet toevallig hun pauze aan het houden. Ze zijn binnen aan het bouwen. “Een nieuwe houten vloer naar de kelder,” zegt de bazin die buiten een sigaret staat te roken. “Motten! Weet je wel?” Motten in de hout. ´t zal wel. Snel loop ik naar het andere café. Het café dat een beetje dichterbij is. Waar ik toch niet wilde gaan. Waar ik vreesde de bekende buren tegen te komen.

‘Net open, je hebt mazzel,’ zegt de vriendelijke kelner. Hij voegt een Buenos días toe. Als hij maar niet ook nu zo graag met mij zijn Spaans wil oefenen.

‘Mama was a rolling stone,’ is het welkomstliedje dat klinkt in het café.

Dit café heeft een hoekje waar ik meestal graag zit met mijn dochter. Een hoekje met een bank, twee fauteuils en een ouderwetse staande lamp. Meestal spelen we hier samen met de zwart wit stukken van het schaken. Opletten, klinkt in mijn hoofd, voordat je het weet ga je weer over je dochtertje denken. Hoe ze het bij de oppas zal hebben? Of ze ineens de oppas zo leuk vindt, dat ze me niet meer moet hebben. Of de oppas misschien niet goed oplet terwijl ze de kast openmaakt waar het bleekwater zit. En als de oppas ineens met haar verdwijnt? Ik heb niet eens haar paspoort.

Even bellen: ‘Ze sliep,’ zegt de oppas, ‘nu niet meer’.

Het heeft even geduurd voordat ze haar in slaap kreeg. Ik weet hoe dat voelt. Net gelukt. Mobieltje. Alles opnieuw.

‘Het gaat goed, Kristina, maak je maar geen zorgen, ga maar lekker schrijven’.

Ik heb mazzel met deze oppas. Ophangen. Nu dus lekker schrijven.

De kelner brengt een geweldige latte. In het schuim zie ik twee blaadjes van een bloem die opengaan. Daarbinnen groeit een ander bloemetje. Zo voel ik me de laatste maanden. Als een bloem opengescheurd, bloot, waaruit een andere bloem komt, open, bloot.

‘Nog iets te eten bestellen?’ De kelner kijkt naar mijn borsten als hij dat zegt. Ze zijn nog in de borstvoeding modus. Dat is nog half naar buiten, nog een beetje naar moedermelk ruikend. Ik voel de hand van mijn dochtertje nog terwijl ze mijn buikje aait als ze van mij drinkt met haar oogjes naar mij gericht. Oppassen, zegt mijn hoofd, voordat ik het weet ga ik melk spuiten.

‘Nee. Dankje’.

Freedom, freedom, Aretha Franklin is aan de beurt. De laatste keer dat ik dit liedje hoorde, had ik een gin tonic in mijn hand, waren er rode en blauwe lichten in de ruimte en rook het naar sigaretten.

Iemand buigt zich over mij heen. ‘Mag ik?’ Ik bedek de twee regels die ik net geschreven heb in mijn laptop. Ik heb er niets tegen als mensen lezen wat ik schrijf. Maar het moet wel af zijn. Hij pakt twee tijdschriften uit het rek aan mijn rechterzijde. Blijkbaar wou hij alleen maar dat. Een meneer komt in de bank tegenover mij zitten. Hij lijkt net een priester. Zijn kleren, zijn postuur. Uit de zak van zijn jas haalt hij een moleskin schrijfboekje. Hij kijkt in de verte en noteert iets. Hij is vast ook een schrijver. In een seconde heeft hij vast meer geproduceerd dan ik in dit uur dat ik hier zit. Ineens komt zijn vrouw naast hem zitten. Geen priester, geen schrijver.

Op de achtergrond hoor ik de machine die de koffiebonen maalt. Ook de twee slagen die de kelner doet met het koffieapparaat om het leeg te maken voordat hij het weer bijvult.

“Een salade lijkt me lekker stevig,’ zegt de mevrouw van de priester. De grijze haren aan haar hoofd staan haar echt goed. Misschien moet ik de mijne toch een keer laten staan. Niet met henna bedekken.

‘I can hear by the way you ….all i wanna do is ..i don´t want you to be…’,en wanneer was de laatste keer dat ik dit liedje hoorde?

Ietsjes verderop komen twee vrouwen zitten. Ze praten over de Bijenkorf. En een oma die net negentig is geworden. Toevallig de mijne ook. Gisteren hebben ze gebeld. Het gaat goed met haar. Maar haar hart is sneller gaan kloppen. Dat had opa ook. Op een bepaald moment ging opa zijn hart zo snel kloppen dat hij het zelf niet meer kon volgen.

‘Een salade heeft veel vitamientjes,’ zegt de jonge vrouw van een koppel die in het café is gekomen. Misschien moet ik ook maar een salade bestellen.

Geen bekenden tegengekomen. Toch zit ik nog op de derde regel van mijn verhaal.

‘Maar goed, ik vind het hartstikke leuk als hij bij mij is,’ zegt een van de vrouwen van de Bijeenkorf.

De priester is nu een frikadel aan het openbarsten en dat groene spul over zijn broodje aan het smeren. Dat vind ik nou een echte vieze gewoonte.

Het mobieltje van een mooie man naast de bar heeft een Braziliaanse muziektoon. Ik kan niet zo goed horen wat hij zegt in het gesprek, want de kelner is nu een kilo sinaasappels aan het persen. Misschien voor de hele week. Toevallig vandaag.

In de bank aan mijn linkerzijde komt nu een vrouw met een piepkleine baby in een draagdoek. Ze heeft nog de oogwallen en de glimlach in haar mond van de eerste weken na de bevalling. Ze zit vast nog in dat mystieke wolkje waarin ik een paar maanden geleden ook zat. Ergens tussen de hemel en de aarde. Daar heb ik met mijn baby aan mijn borst zitten drijven, in een zee van melk, in een oneindige omarming waar elkaars zweet ons geplakt hield, waar elkaars tranen over elkaar schouders voortvloeiden. Ze had pijn in haar buik. Ik had pijn overal.

‘Hoeveel weken?’ vraag ik. Zes, zegt de mevrouw met haar glimlach en haar oogwallen.

Haar hand is nog zo groot als de helft van haar baby. De vrouw aait haar hoofdje. Ik voel een tinteling in mijn borsten.  Met lekkende borsten duw ik het scherm van mijn laptop naar beneden.

Toch vier regels.

Filed Under: column Tagged With: borstvoeding, kristina g. langarika, kristina goikoetxea langarika, moederschap, schrijven in een café

Copyright © 2021 Kristina G. Langarika

  • Facebook
  • Instagram
  • Twitter
  • Linkedin
  • Pinterest