• Skip to primary navigation
  • Skip to content

Kristina G. Langarika

Kristina Goikoetxea Langarika

  • Over mij
  • Blog
  • Publicaties
  • Tiny Letter
  • Contact

Bio

Ik zeg altijd dat ik in 1995 naar Nederland kwam. Eigenlijk kwam ik voor  het eerst een paar jaar eerder. In 1992. Ik studeerde toen aan de Faculteit  Tolk-Vertaler van de Universiteit van Granada in Spanje, ver weg, op meer dan  1000 kilometer van mijn thuis in Baskenland. Dat jaar rook naar de Olympische Spelen en naar de Expo Sevilla. De wereld kwam naar ons, we moesten naar de wereld.

Bijna iedereen in mijn klas ging met Erasmus weg, en ik dacht: dat wil ik ook. Maar het was al een beetje laat en er was nog maar één plekje vrij, zei de mevrouw achter de balie, en ze noemde Maastricht. Een stad die ik alleen  kende van een of ander te ondertekenen Europees Verdrag. “Daar praten ze ook Engels,´ zei de mevrouw ,´hetzelfde alsof je naar  Engeland zou gaan”. Ik zette een kruisje in dat hokje. Zonder me ervan bewust te zijn, verbond  ik me op dat moment met Nederland.

Aangekomen in Maastricht bleek dat de mevrouw wel gelijk had. Iedereen  praatte Engels in Maastricht. Toch waren de vakken die ik voor het einde van  het semester moest halen in een andere, voor mij onbekende taal. Een taal die  aanvankelijk klonk alsof de sprekers wilden spugen. Maar ik had getekend, dus  ik kon niet meer terug. Ik kocht mezelf de Delftse Methode en  begon een taal te leren die ik waarschijnlijk nooit in mijn leven bewust zou  hebben gekozen. Alleen om de vakken te kunnen halen die bij mijn terugkomst in  Granada erkend zouden worden.

Door de taal kwam ik dus in dit land, en misschien is de taal wat mij hier nog houdt? Met hun k´s aan het begin en aan het  einde begon ik de woorden van deze taal compact en kleurrijk te vinden, zoals  de legoblokken waarmee ik als klein kind speelde. Of een nostalgische  herinnering aan het Baskisch, zeggen anderen, dat ook compact een kleurrijk is.  Kleurrijk was ook de nieuwslezer. Met zijn blonde haar, zijn rode stropdas,  zijn elektrisch blauw jas voor een oranje achtergrond. Kleurrijk vond ik toen ook de treinen, met hun groene stoelen, hun paarse gangen en hun gele  buitenkant. “Nederland is kleurrijk,” zei ik altijd tegen mijn moeder als ik terug belde. De kleurrijke kleren van de Nederlanders leken me net vliegers in  een bewolkte dag op een Baskisch strand.

In Maastricht werd ik lid van de klimvereniging.  Ik kom vanuit een vallei omringd door mooie bergen met rotsen. Toch begon ik te klimmen in Nederland, waar er niet eens echte heuvels bestaan. Nederlanders  kunnen wel zeggen, ´doe maar normaal, dan doe je gek genoeg´. Maar wat ik toen ervoer was, ´hier kun je van alles doen en nooit is het gek genoeg”.

Toch voel ik heel vaak dat ik  Nederlanders niet begrijp of dat ze me niet begrijpen. Misschien druk ik me uit  in berg-en-dal codes. En hier moet je je leren uitdrukken in ´vlakke landschap´  codes. Misschien begrijp ik zelf ook geen ´vlakke-landschap codes´. Dus ´dan  houdt het op!´ zoals ze hier zeggen.

Na de Faculteit Tolk-Vertaler in  Maastricht, kwam een lange tocht door Nijenrode, Universiteit van Graz,  Universiteit van Leiden, Universiteit van  Kaapstad. Anne Frank Huis, Schrijversschool in Utrecht…een te lange tocht om  het hier in de bio te beschrijven…uiteindelijk kwam ik terecht in Amsterdam vanwaar ik nu mijn verhalen schrijf en woorden van andere mensen vertaal. En dat is wat er voor deze bio toe doet.

Copyright © 2023 Kristina G. Langarika

  • Facebook
  • Instagram
  • Twitter
  • Linkedin
  • Pinterest